Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Opdat gij het gedachtig zijt, en u schaamt, en [180]niet meer uw mond opent vanwege uw schande, wanneer Ik [181]voor u verzoening doen zal over al hetgeen gij gedaan hebt, spreekt de Heere HEERE. 180. Hebreeuws, niet meer opening des monds hebt; dat is, opdat gij niet meer de stoutheid noch de stof hebt om u te ontschuldigen en uwe zonden te verschonen. Deze manier van spreken in het goede genomen, is zoveel als de vrijmoedigheid en stof te hebben om iets klaarlijk uit te spreken; zie onder hfdst.29 vs.21; Ef.6:19. 181. Dat is, u met mij verzoenen zal; alzo 2 Kron.30:18. Of, genadig zijn zal; Deut.21:8. Zie de aantekening.